Zienswijze BNSP Ontwerp-Nota Ruimte
Wij hebben de Nota Ruimte met belangstelling gelezen en waarderen de inzet, de inhoud en de interdepartementale samenwerking om dit voor elkaar te krijgen. De huidige maatschappelijke uitdagingen vraagt om regie en als BNSP zien we dat de rijksoverheid haar rol hierin pakt. Het is een overzichtelijk en samenhangend verhaal dat een perspectief biedt om het gesprek over de toekomst van Nederland aan te gaan. Tegelijk zien wij kansen om de uitwerking en uitvoering te versterken. Het is nog niet duidelijk hoe de diverse nationale opgaven integraal samenkomen in regio’s en lokale plannen.
Speerpunten van onze zienswijze
Sterke regie op de uitvoering: Ruimtelijke keuzes vragen nadrukkelijk meer regie, soms inhoudelijk, maar vooral ook in doorwerking en uitvoering. Het Rijk kan sectorale verkokering doorbreken met duidelijke focus en gezamenlijke uitvoeringsagenda’s. Belangrijk is bundeling van ontwerp- en uitvoeringskracht van Rijk tot lokaal, zodat visie leidt tot concrete actie.
Balans tussen waarden en opgaven: Duidelijke waarden (duurzaamheid, gezondheid, inclusiviteit, leefbaarheid) moeten het ruimtelijk beleid sturen en keuzes verklaren. Een verbindend narratief met deze waarden maakt ruimtelijke keuzes begrijpelijk en toekomstbestendig. Dat helpt om samen koers te houden voor de langere termijn.
Samenwerking, experimenteren en leren: Geef regio’s, gemeenten en ontwerpers ruimte en middelen om te leren en te experimenteren. Werkvormen als oefentafels, ontwerpend onderzoek en regiobouwmeesters stimuleren integrale oplossingen en zorgen voor voortdurende innovatie. Dit sluit aan bij het idee van ‘ruimte voor leren, experimenteren en innoveren’ dat de Nota zelf noemt.
Sterke regie op de uitvoering
De Nota legt terecht nadruk op uitvoering en samenwerking. Tegelijk constateren wij dat de vertaling naar uitvoering in de regio’s en bij gemeenten scherper kan. Integraal werken is nog geen vanzelfsprekendheid; sectorale kokers domineren te vaak de besluitvorming. Daarom is een sterke regierol van het Rijk nodig. Het Rijk kan verkokering doorbreken door eigen prioriteiten scherp te stellen en samen met regio’s uitvoeringsagenda’s op te zetten. Daarbij kan het Rijk sturing geven op lange-termijndoelen (‘stip op de horizon’), terwijl decentrale overheden de ruimte krijgen om deze doelen op eigen wijze te realiseren.
Daarbij moeten ontwerp- en beleidsexpertise worden geïntegreerd met uitvoeringskracht; onze stedenbouwkundigen en planologen brengen die gecombineerde kracht in. Zij analyseren opgaven, ontwerpen routes naar uitvoering en verbinden strategie met lokaal beleid en praktijk, zodat landelijke ambities daadwerkelijk vorm krijgen in de regio. Regionale uitvoeringsagenda’s met bijbehorende kennis, investeringen en middelen helpen om lokale opgaven concreet te maken. Ontwerpkracht speelt hierbij een belangrijke rol: ontwerpende en adviserende professionals leggen verbanden tussen opgaven, maken keuzes inzichtelijk en helpen nationale opgaven lokaal te verbeelden en te realiseren.
Decentrale overheden worstelen met beperkte capaciteit, politieke druk en verouderd instrumentarium. Dit belemmert de integrale doorwerking. Vernieuwing van instrumenten is nodig, gekoppeld aan nationale uitvoeringsagenda’s met ondersteuning in kennisdeling, middelen en menskracht. Dit vraagt om actief commitment van het Rijk, samen met partners, zowel financieel als inhoudelijk. Wij dringen erop aan dit serieus te nemen, bijvoorbeeld via cofinanciering van duurzame projecten, scholing van planprofessionals en nieuwe beleidsinstrumenten die integrale keuzes bevorderen. De betrokkenheid van het Rijk bij initiatieven als NOVEX en regionale investeringsagenda’s moet op alle schaalniveaus gestalte krijgen.
Balans tussen waarden en opgaven
Een ruimtelijke toekomstvisie raakt aan het leven van mensen; daarom moet helder zijn welke waarden ten grondslag liggen aan beleid en keuzes. Wij pleiten voor een verbindend verhaal (narratief) dat niet alleen de sectorale opgaven benoemt, maar ook richting geeft: wat willen we met z’n allen voor Nederland, waar willen we heen met elkaar en waarom?
Wij onderschrijven de zienswijze van JongBNSP dat waarden als inclusiviteit, gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid leidend moeten zijn in de ruimtelijke inrichting. De Nota kan dit concretiseren door per thema duidelijk te maken welke maatschappelijke waarden het dient en hoe deze zijn afgewogen. Dat geldt overigens ook voor uitwerking in provinciaal, regionaal of lokaal ruimtelijk beleid. Daarvoor kan de Nota meer fundament en inspiratie bieden. De Nota noemt zelf al principes als rechtvaardige verdeling van lusten en lasten; dit kan concreet worden gemaakt door te illustreren wie baat heeft bij welke ambitie en wie juist geraakt wordt. Stedenbouwkundigen en planologen zijn getraind om dit in kaart te brengen en te integreren in beleid. Wij werken met methoden als scenarioplanning en ontwerpend onderzoek om te verbeelden hoe maatschappelijke wensen uitwerken in de fysieke leefomgeving.
Samenwerking, experimenteren en leren en ruimte om te oefenen en te leren
De Nota erkent terecht de behoefte aan integraliteit en samenwerking tussen Rijk en decentrale overheden. Tegelijkertijd vraagt dit om nieuwe vormen van inbedding van kennis en bevoegdheden. Wij onderstrepen dat het Rijk dit actief moet faciliteren. Door kennisdeling, financiële prikkels en experimenteerruimte te creëren, maakt het Rijk ruimte voor leren en innoveren. Zo ontdekken decentrale overheden en vakprofessionals wat in de praktijk echt werkt. Experimenten als oefentafels, ontwerpend onderzoek, passende juridische planvormen en de inzet van regiobouwmeesters zijn methoden om integrale werkwijzen te vinden en te verbeteren.
Wij adviseren het kabinet om regionale convenanten en stimuleringsregelingen op te zetten. Dit bevordert langdurige samenwerking tussen Rijk, provincies, regio’s en gemeenten én integreert investeringen, ontwerp en beleid. Voorbeelden zijn afspraken waarbij duurzame gebiedsontwikkeling hand in hand gaat met sociale en economische doelen. Fiscale of juridische prikkels kunnen ruimte bieden aan innovatieve projecten. Onze branche staat klaar om dit mede vorm te geven: onze leden hebben ervaring met het opzetten van dit soort samenwerkingsprojecten en kunnen best practices delen.
Het idee van ‘ruimte voor leren, experimenteren en innoveren’ sluit naadloos aan bij onze visie. BNSP kan samen met ministeries en decentrale overheden leerprogramma’s ontwikkelen. In pilotprojecten en praktijklabs tonen planologen en stedenbouwers hoe integrale processen eruitzien. Zo groeien experimenten uit tot structurele vernieuwing in de planpraktijk. Het kabinet kan dit bevorderen met maatregelen die flexibiliteit en continuïteit garanderen, bijvoorbeeld tijdelijke wet- en regelgeving, langdurige samenwerkingsafspraken en langere financieringskaders.
Afsluiting
De BNSP steunt de koers die de Ontwerp-Nota Ruimte inzet en ziet volop kansen om samen met het kabinet en decentrale overheden meer regie en synergie te realiseren in het ruimtelijk beleid. Onze leden – stedenbouwkundigen, planologen en andere ruimtelijke experts – hebben een rijke traditie in het integreren van opgaven en leggen betekenisvolle verbindingen tussen sectoren en gebieden. Zij leveren een onmisbare bijdrage aan visieontwikkeling, procesgerichte en juridische begeleiding en uitvoering.
Samen met onze leden brengen wij kennis, vaardigheden en best practices in kaart. In januari 2026 verschijnt onze publicatie ‘Stand van de Stedenbouw’, waarin wij de actuele situatie in het ruimtelijk domein presenteren en geleerde lessen delen. Het komende jaar organiseren we lezingen en debatten over vernieuwing in het ruimtelijk denken, met aandacht voor integraliteit en toekomstgericht werken. Zo dragen wij bij aan een krachtige kennisbasis voor toekomstig ruimtelijk beleid.
Wij zetten onze expertise graag in om schotten te doorbreken en staan klaar om het Rijk, provincies en gemeenten te ondersteunen bij het maken van gezamenlijke keuzes en het realiseren van breed gedragen oplossingen. Zoals ook in de Ontwerp-Nota Ruimte staat, is de inzet van ontwerpende en adviserende professionals onmisbaar. De BNSP en haar leden staan klaar om kennis te delen en actief deel te nemen aan vervolgsessies of werkgroepen.
Namens het bestuur van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP)
Eric van der Kooij
Voorzitter