De molenbiotoop: meer dan een relevante stedenbouwkundige uitdaging
Matthijs Ero
Molens maken deel uit van het cultureel erfgoed van Nederland, maar functioneren alleen goed als hun directe omgeving, de molenbiotoop, vrij blijft van obstakels die wind- of watertoevoer hinderen. Toch wordt regelmatig te dicht en te hoog bij molens gebouwd, terwijl er vaak goede stedenbouwkundige of bouwkundige oplossingen mogelijk zijn. Met het uitroepen van 2025 tot het Jaar van de Molenbiotoop vraagt vereniging De Hollandsche Molen aandacht voor dit groeiende probleem.
Molens als meerwaarde voor de omgevingskwaliteit
De Omgevingswet bepaalt dat de molenbiotoop expliciet wordt beschermd met het oog op het functioneren en behouden van de molens. Dat betekent dat molens en hun omgeving harmonieus ingepast moeten worden bij nieuwbouwplannen en gebiedsontwikkeling. Aan opdrachtgevers, stedenbouwkundigen en architecten de taak om hiervoor te zorgen. Dat is ook in belang van de plannen. Draaiende molens verhogen immers de kwaliteit van de leefomgeving en het woonplezier van omwonenden.
Aan de voorkant rekening houden met de molenbiotoop
Ook stelt de Omgevingswet dat partijen samen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de leefomgeving en dat je een goede kwaliteit kunt bereiken door alle belangen vroegtijdig in de planvorming te betrekken. Vroegtijdige afstemming zorgt ervoor dat met doordachte stedenbouwkundige oplossingen, slimme bouwontwerpen en innovatieve maatregelen de belangen van de molen samen kunnen gaan met de ontwikkeling van woningen, bedrijven of natuur.
Denk aan getrapte, in hoogte oplopende bebouwing; lage en betaalbare woningen voor starters en ouderen situeren nabij de molen; gebouwen verdiept aanleggen; zichtlijnen naar de molen inpassen in het ontwerp; laagblijvende boomsoorten en een dakvorm die de wind geleidt.
De molenbiotoopformule, ontwikkeld door De Hollandsche Molen, geeft aan hoe hoog een gebouw of boom bij een molen mag zijn zonder dat deze ten koste gaat van windvang of leidt tot hinderlijke windturbulenties. De crux zit ’m niet alleen in het technisch voldoen aan de formule, maar in de zorg voor een ruimtelijke inrichting waarin molens tot hun recht komen en de kwaliteit van de leefomgeving vergroten.
Meer goede voorbeelden, informatie over de biotoopformule en het Jaar van de Molenbiotoop staan op: Jaar van de Molenbiotoop.
Agnes de Boer
Adviseur Omgevingswet en Molenbiotoop
De Hollandsche Molen