Ik zoek een stedebouwkundige of planoloog Meer informatie


De omgevallen boekenkast | tweede druk

21 januari 2021 Blog

Door Tjerk Ruimschotel

Terwijl ik de drukproeven van mijn binnenkort te verschijnen gids voor woningbouw in Londen controleerde en corrigeerde, vroeg ik me af of andere auteurs ook op zo’n moment moesten denken aan de uitgebreide en verbeterde editie die zou moeten volgen op het boek dat nog niet eens in druk verschenen was. Niet dat ik ontevreden was over het werk an sich, dat afgerond moest worden omdat de uitgever (DOM publishers uit Berlijn) meende dat de laatste deadline ook echt de laatste moest zijn. Zelfs niet dat het boek momenteel nog met de verkeerde ondertitel (Social Housing ot the Twentieth Century) wordt aangeboden. Ook was het niet onoverkomelijk dat we vanwege de coronacrisis niet in staat waren geweest de net niet goede foto’s opnieuw te maken, of dat ik de laatste, niet op internet te checken facts, niet in een bibliotheek met papieren publicaties had kunnen verifiëren. Ik denk dat het gevoel van onvolkomenheid vooral kwam omdat ik (waarschijnlijk als enige) zag wat er niet in het boek terecht was gekomen, welke informatie niet voldoende was verwerkt, welke nieuwe inzichten nog onvoldoende waren doordacht en dus geschrapt waren, maar uitgewerkt hadden moeten worden  Kijkend naar het boek dat min of meer af was, zag ik ook en vooral het boek wat er hád kunnen zijn: wanneer er meer tijd was geweest, wanneer ik gedisciplineerder mijn tijd had besteed of wanneer ik meer pagina’s had kunnen vullen.

Ik vind het dan ook wel wat wonderlijk wanneer bijvoorbeeld de handelseditie van een proefschrift vaak een letterlijke, hooguit ietwat royaler geïllustreerde versie ervan is, zonder die pagina’s met datum van plechtigheid, alle voornamen van de promovendus en het lijstje van promotoren. Het lijkt me dat wanneer je uiteindelijk en vaak onder de hoogspanning van een academische tijdsplanning en binnen het keurslijf van de wetenschap aan de vereisten hebt voldaan en het werk is afgeleverd, er een periode van bezinning optreedt waarin je, eventueel op basis van het reeds verrichte werk toch een geheel nieuw, meer eigenzinnig product wilt afleveren.

Daarnaast zijn er uiteraard vakmatige publicaties, veelal handboeken die geregeld bijgewerkt moeten worden om nog een beetje bij de tijd te zijn. Maar ook bij ‘gewone’ publicaties kan ik me voorstellen dat er na verloop van tijd behoefte is aan een ‘update’ en hoewel dat in het spraakgebruik vaak een tweede druk heet gaat het natuurlijk om een tweede versie, een tweede editie. Om het (nog) ingewikkelder te maken heten verschillende uitvoeringen (bindwijze, papiersoort, omslag) van hetzelfde werk ook vaak ‘editie’ en lopen in het Frans, Duits en Engels deze begrippen ook flink door elkaar.

Bij het werken aan die Londense woningbouwgids kwam ik dit soort zaken een paar keer tegen. Om te beginnen de verschillende edities van de verschillende architectuurgidsen waarvan duidelijk is dat die periodiek bijgewerkt moeten worden. Zeker wanneer je de, je-het-zelf-moeilijk- makende-term ‘eigentijds’ in de titel opneemt, zoals London’s Contemporary Architecture: An Explorer’s Guide van Ken Allinson en Victoria Thornton, waarvan ik de zes (nogal verschillende) edities tussen 1993 en 2014 moest aanschaffen. Dat ook het RIBA Book of 20th Century British Housing van Ian Colquhoun uit 1999 in 2008 een second edition kreeg is begrijpelijk, maar de nieuwe titel RIBA Book of British Housing; 1900 to the present day roept de vraag op of het anno 2021 niet weer eens tijd wordt voor een nieuwe editie.

Heel anders is het bij het werk van John Allan, een Londense architect, die niet alleen beroemd is geworden door het accuraat en liefdevol restaureren van modernistische woningbouwiconen als Isokon (arch. Wells Coates) en Priory Green maar ook door een proefschriftwaardige monografie over de architect van dit laatste project, getiteld Berthold Lubetkin; Architecture and the Tradition of Progress. Verschenen in 1992 was dit de eerste van de vele veel te dure boeken die ik (in dit geval met financiële steun van mijn moeder) zou kopen. Twintig jaar later heeft John Allan gemeend dit meer dan 600 pagina’s tellende boek, dat al beschouwd werd als de definitieve beschrijving van Lubetkins leven en werk, nog te moeten verbeteren en aanvullen. Jammer genoeg zonder ergens aan te geven waar wat veranderd/aangevuld is zodat ik nu beide meer dan 3 ½ kilo zware boekwerken naast elkaar aan het lezen en vergelijken ben.

Bijna hetzelfde, maar anders is het met John McKean, die, gedeeltelijk omdat hij het leven en werk van de befaamde zelfbouw architect Walter Segal is blijven inventariseren en bestuderen, aan een nieuwe publicatie over Segal werkt. Een andere reden voor hem is dat zijn publicatie Learning from Segal; Walter Segals life, work and influence uit 1998 momenteel alleen antiquarisch en tegen een belachelijk hoge prijs te verkrijgen is. Vooruitlopend op die nog te verschijnen publicatie Walter Segal: English Architect in de serie Twentieth Century Architects wordt in mei aanstaande alvast een ander boek van zijn hand getiteld Walter Segal; Self-built architect uitgegeven.

Bij nai010 verschijnt in 2021 de, volgens de uitgever, langverwachte nieuwe editie van Spacematrix; Space, Density and Urban Form van Meta Berghauser Pont en Per Haupt, het proefschrift waar ze in 2009 in Delft op promoveerden. Ik ben benieuwd hoe zij met hun eigen werk zullen zijn omgegaan. Een ander handboek van nai010 dat dit jaar” volledig herschreven en geactualiseerd” verschijnt, is Ruimtelijke ordening; geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland, 1200-nu van Len de Klerk en Ries van der Wouden.

Ooit verschenen (in 1986) als Aula-pocket met de titel Ruimtelijke ordening; van plannen komen plannen van H. van der Cammen en L.A. de Klerk verscheen een volledig herziene editie in 2003 onder de titel Ruimtelijke ordening; van grachtengordel tot Vinex-wijk met als auteurs Hans van der Cammen en Len de Klerk.

In de loop van dit jaar zal dit dus het eerste Nederlandstalige boek worden waarvan ik drie edities heb. Vier, wanneer we (nogal) bewerkte vertaling van de editie van 2003 meerekenen. The Selfmade land; Culture and evolution of urban and regional planning in the Netherlands verscheen in 2012 met medewerking van Gerhard Dekker en Peter Paul Witsen. Alleen zou die derde Nederlandse editie voortaan onder de K in de boekenkast moeten komen te staan nu Len de Klerk alfabetisch gezien de eerste auteur geworden is. Zonder iets af te doen aan de verdiensten van De Klerk en Van der Wouden en vooral uit waardering voor Hans van der Cammen (niet voor niets erelid van de BNSP) denk ik ze voorlopig allemaal maar bijeen te houden, onder de letter C. In ieder geval tot de volgende editie, immers ‘nu’ is gauw verleden tijd.